Hoe te sparen voor pensioen? Beleggen of hypotheek aflossen?
  • Kortstra + Van der Waal bestaat 25 jaar!

    Zaterdag 7 oktober jongstleden was het precies 25 jaar geleden dat we onze deuren van ons kantoor hebben geopend. Dit heugelijke feit delen we, met gepaste trots, graag met je.

    Vele klanten hebben wij de afgelopen jaren met plezier geholpen met financieel advies. En met hetzelfde enthousiasme blijven we je graag de komende jaren helpen. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om een hypotheek, (collectief) pensioen, of overlijdens- en/of arbeidsongeschiktheidsrisico’s. Ook als je een totaal financieel overzicht van je huidige- en/of toekomstige situatie wil hebben, kun je uiteraard nog steeds bij ons terecht.

    Klik hier voor onze contactgegevens.

  • Bedrag ineens (lumpsum) bij aanvang pensioen weer uitgesteld.

    Het was de bedoeling dat de mogelijkheid van een eenmalige opname tot maximaal 10% van de waarde van je pensioen per 1 januari 2024 zou ingaan. Helaas is deze datum niet meer haalbaar en wordt het waarschijnlijk 1 juli 2024.

    Reden van uitstel
    Omdat pensioenfondsen en de overheid het belangrijk vinden dat mensen op tijd en voldoende geïnformeerd worden over het zogeheten ’bedrag ineens’, wordt de invoering van deze nieuwe wet uitgesteld. Het lukt de Tweede Kamer niet om de wet op te pakken voorafgaand aan het zomerreces van 2023. Pas als de wet eenmaal door de Eerste en Tweede Kamer is gegaan, kunnen de pensioenuitvoerders hun klanten informeren over deze lumpsum.

    Hoe werkt het
    Je kunt straks maximaal 10% van je opgebouwde pensioen in één keer opnemen. Dit heet ‘bedrag ineens’ of lumpsum. Een lager percentage dan 10% mag uiteraard ook. Je kunt dit aanvragen als je je ouderdomspensioen aanvraagt. Met het opgenomen geld kun je doen wat je wilt, bijvoorbeeld een reis maken, hypotheek of studie van kinderen betalen, een caravan kopen et cetera.

    Nadelen van eenmalige pensioenuitkering
    Het is leuk om in 1 keer een groot bedrag te krijgen. Maar aan deze eenmalige opname zitten ook nadelen. Onderstaand de belangrijkste redenen om niet te kiezen voor de lumpsum:

    • Je krijgt een lager levenslang ouderdomspensioen. Je hebt immers al een deel opgenomen;
    • Het bedrag ineens kan gevolgen hebben voor eventuele toeslagen, zoals huur- en/of zorgtoeslag. Dit hangt onder andere af van de hoogte van het gestorte bedrag en je persoonlijke situatie;
    • Als je voor bedrag ineens kiest, kun je niet meer kiezen voor een hoog/laagpensioen of AOW-overbrugging.
    • Over je pensioen moet je belasting betalen. Daarbij maakt het niet uit of je het bedrag in één keer ontvangt of maandelijks. Als je in één keer een flink bedrag ontvangt kan het zijn dat je in een hogere belastingschijf terecht komt. Als AOW-er betaal je over de eerste € 37.150 slechts 19,03% (2023) aan belasting. Daarboven betaal je 36,93%. Is het totale belastbare inkomen meer dan € 73.032 dan betaal je zelfs 49,50% over het meerdere. Het kan dus zijn dat je (veel) meer belasting betaalt. Daarbij kan het zijn dat je ook nog de ouderenkorting in dat jaar misloopt. Tenslotte telt het bedrag dat je netto overhoudt het jaar daarop mee voor de heffing in Box 3 – tenzij je het consumeert.

     
    Kortom, de eenmalige opname kent zowel voor- als nadelen. Laat je hierover goed informeren als je met pensioen gaat.

  • Binnenkort met (vervroegd) pensioen? Dit zorgt voor keuzestress! Kies daarom voor onze keuzebegeleiding.

    Ga of wil je binnenkort met pensioen?
    Dan krijg je waarschijnlijk te maken met pensioenkeuzestress. Immers, je kunt kiezen uit diverse opties. Weet wel, eenmaal gekozen, dan zit je er definitief aan vast. Je kunt een en ander later niet meer aanpassen. Waar kun je allemaal uit kiezen op je pensioen-/ aow-datum?

    1. levenslang ouderdomspensioen;
    2. hoog/laag ouderdomspensioen;
    3. laag/hoog ouderdomspensioen;
    4. lumpsum; dit is een bedrag ineens, maximaal 10% van je pensioen- of lijfrentekapitaal. Je ontvangt een bedrag in een keer bij aanvang van je pensioen. Daardoor wordt je levenslange pensioenuitkering wel (aanzienlijk) lager. De ingangsdatum van deze lumpsum staat nog niet vast ten tijde van het plaatsen van deze blog (juni 2023);
    5. lijfrenteverzekeringen en/of bancaire lijfrenterekeningen. Hoe lang laat je deze uitkeren?
    6. spaar- of beleggingsgelden. Hoeveel ga je hiervan gebruiken?
    7. heb je een eigen huis? Wanneer loopt je hypotheek af? Ga je vervroegd aflossen, pas je tussentijds je rentepercentage aan en/of ga je nu al de looptijd van je hypotheek verlengen?


    Wil je eerder stoppen met werken dan je pensioen- / AOW-datum?

    Ook dan heb je te maken met bovenstaande keuzes. Echter, je moet dan één belangrijke vraag beantwoorden: hoe ga je je vervroegd pensioen regelen? Dit kun je doen door:

    • in te teren op je spaar- en/of beleggingsgelden en/of;
    • je huis te verkopen en interen op overwaarde en/of;
    • door je pensioen naar voren te halen?


    Keuze van nabestaandenpensioen

    Naast bovengenoemde keuzemogelijkheden, kun je ook nog bepalen hoe hoog het nabestaandenpensioen wordt als jij tijdens pensionering komt te overlijden. Een lager nabestaandenpensioen, kan voor een hoger ouderdomspensioen zorgen en omgekeerd.

    Conclusie
    Zoals je hebt kunnen lezen, zijn er meerdere mogelijkheden voor je financiële oudedag. Er is niet een goede of slechte keuze. Het gaat er vooral om wat bij jou het beste past. Kijk dus niet alleen naar de fiscaal- en/of pensioentechnisch optimale keuze, maar vooral naar de keuze waar jij het beste gevoel bij hebt.

    Wij helpen je graag bij het inzichtelijk maken van de diverse keuzes. Neem hiervoor gerust contact met ons op.

  • Wet toekomst pensioenen per 1 januari 2023?!

    Nederland heeft een van de beste pensioensystemen van de wereld. Toch gaat waarschijnlijk per 1 januari 2023 de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp) in.
    Wat zijn de gevolgen voor jou als werkgever?

    Waarom deze nieuwe wet?
    Ongeveer 90% van de werknemers in Nederland bouwt pensioen op. Dit is veelal geregeld in een cao (ongeveer 80%). Werkgevers die niet onder een cao vallen hoeven geen pensioen toe te zeggen.

    Vooral de pensioenregelingen die via een cao zijn geregeld staan zwaar onder druk. Dit komt vooral door:

    1. dat we langer leven;
    2. de zeer lage rentestand van de laatste jaren;
    3. de aanname dat je praktisch je hele leven bij een werkgever blijft werken.

     
    Met name de eerste 2 redenen in combinatie met strengere rekenregels zorgen ervoor dat het huidige stelsel niet meer houdbaar is.

    Daarom is er na ruim 10 jaar discussie tussen werkgever- en werknemersorganisaties en de overheid eindelijk overeenstemming bereikt over een nieuw pensioenstelsel.
    Eind maart 2022 is de Wtp aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het is de bedoeling dat in het najaar de Wtp wordt aangenomen door zowel de Tweede- als daarna de
    Eerste Kamer. Als dat het geval is, gaat de Wtp waarschijnlijk per 1 januari 2023 in. Er wordt een overgangstermijn tot 1 januari 2027 voorgesteld.

    De wijzigingen zijn zeer ingrijpend. Niet alleen voor de pensioenopbouw voor werknemers, maar ook voor werkgevers die nu al een pensioenregeling hebben voor de werknemers. Onderstaand een korte uiteenzetting voor alleen de werkgever. Later dit jaar volgt een blog over de wijzigingen voor de werknemers.

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen als je collectieve pensioenregeling nu een eind- of middelloonregeling is?
    Kort gezegd komt het erop neer dat de gegarandeerde pensioenopbouw uiterlijk per januari 2027 moet zijn omgezet in een beschikbare premieregeling. Het gegarandeerde
    pensioen komt dus te vervallen. Deze vorm van pensioentoezegging moet dus worden aangepast. Belangrijk om nu al over na te denken is de vraag wat je met nieuwe werknemers gaat doen na 1 januari 2023. Voeg je die nog toe aan de bestaande regeling of tuig je je per laatstgenoemde datum een nieuwe pensioenregeling op die al voldoet aan de Wtp?

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen als je collectieve pensioenregeling nu een beschikbare premieregeling is met een leeftijdsafhankelijke staffel?
    Deze mag je voor de huidige groep werknemers handhaven. Ook na 1 januari 2027. Voor nieuwe werknemers mag dit niet meer na 1 januari 2027. Daarna moet je een nieuwe
    regeling voor optuigen met een vast percentage. Dus niet meer leeftijdsafhankelijk. Belangrijke vraag is nu: per wanneer ga je dit doen? Nu, per de start van de nieuwe wetgeving of pas na 2027?

    Je kan als werkgever ook de huidige regeling aanpassen aan de nieuwe Wtp. Dan krijgen alle werknemers, dus de huidige en de toekomstige, een gelijke toezegging. Maar je moet als werkgever dan wel de huidige werknemers gaan compenseren omdat de nieuwe pensioenregeling waarschijnlijk slechter wordt dan de bestaande regeling. Dus een achteruitgang in de arbeidsvoorwaarden. Zie hierover later meer.

    Wat gaat er in hoofdlijnen veranderen voor het partnerpensioen (andere benaming: nabestaandenpensioen).
    In de huidige wetgeving is de hoogte van het partnerpensioen (PP) onder andere gebaseerd op het aantal te bereiken dienstjaren van datum in dienst tot pensioendatum.
    Dit wordt vaak verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat zodra een werknemer uit dienst gaat, er geen premie meer wordt betaald en er dus ook geen dekking meer is voor het PP. Naarmate je ouder wordt en gaat switchen van werkgever wordt de hoogte van het te bereiken PP aanzienlijk lager. Dit komt omdat het aantal te bereiken dienstjaren steeds minder wordt. Om dit grote nadeel te voorkomen is besloten voor een andere rekenwijze. Het PP in de Wtp wordt gemaximeerd tot 50% van salaris. Een lager percentage mag ook. Het PP is dus niet meer afhankelijk van het aantal te bereiken dienstjaren van een werknemer. Een goede aanpassing voor de werknemers. Jij als werkgever gaat waarschijnlijk wel iets meer premie betalen.

    Compensatie in pensioen- of salarissfeer
    De nieuwe Wtp zorgt ervoor dat de huidige collectieve pensioenregeling waarschijnlijk moet worden aangepast. Als blijkt dat de nieuwe regeling slechter wordt voor de
    werknemers, moet deze in principe worden gecompenseerd. Hetzij door een hoger salaris, hetzij door een hogere pensioenbijdrage. Dit laatste is onder andere niet aantrekkelijk omdat je dan ook de compensatie moet aanbieden aan nieuwe werknemers. Dit geldt niet voor compensatie in de salarissfeer.

    Voor nieuwe werknemers kun je een aparte regeling optuigen. Dan heb je 2 pensioenregelingen die moeten worden geadministreerd. Je hebt dan niets met compensatie te maken. Er kan dan wel tussen werknemers verschil ontstaan in arbeidsvoorwaarden. Is dit wenselijk?

    Tot slot
    Met deze blog hebben we kort uiteengezet wat de veranderingen en consequenties zijn van de nieuwe Wtp. Wil je meer informatie en dan vooral toegespitst op jouw
    pensioenregeling voor de werknemers? Neem dan contact met ons op.

  • Overwaarde eigen woning gebruiken voor aanvullend pensioen

    In de Volkskrant van 8 juli 2019 stond een duidelijk artikel hoe je als (bijna) gepensioneerde je pensioeninkomen kunt aanvullen door je overwaarde op je woning (gedeeltelijk) te verzilveren.

    Veel ouderen willen geld uit hun eigen huis halen, maar niet het gevoel krijgen dat hun woning stukje bij beetje in handen valt van de bank. Met een verzilverhypotheek kan dat. Deze hypotheken zonder kans op restschuld worden steeds populairder. Zeven vragen over het verzilveren van de overwaarde, die zo’n vier op de vijf 55-plussers met een eigen woning denkt te hebben.

    Op welke manieren kan ik geld halen uit mijn grotendeels afgeloste woning? Vereniging Eigen Huis (VEH) onderscheidt drie methoden.

    1. De huiseigenaar kan zijn huis of alleen de grond verkopen en vervolgens terughuren. Deze manier is niet bijster populair. Uit onderzoek van VEH blijkt dat veel ouderen hun woning niet van de hand willen doen. Ze hebben het gevoel dat ze dan zijn overgeleverd aan de grillen van de koper.

    2. De tweede manier om bakstenen om te zetten in contanten is een lening bij de gemeente. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) heeft speciale leningen voor oudere woningbezitters. De rente van deze Blijvers- en Verzilverleningen is relatief laag. Nadeel is dat maar een beperkt aantal gemeenten deze leningen aanbiedt. Het aantal groeit wel. De laatste stand is dat ruim honderd gemeenten de Blijverslening verstrekken en 28 de Verzilverlening.

    Een andere beperking is dat je het geleende geld moet gebruiken voor verduurzaming of het levensloopbestendig maken van de woning. Wie extra inkomen wil hebben, heeft weinig aan deze leningen.

    3. En wat is de derde manier?
    Gewoon een hypotheek. Dat is voor veel ouderen een uitkomst. Afhankelijk van met name het inkomen, kan de huiseigenaar kiezen tussen een gewone hypotheek of een verzilverhypotheek. Bij die laatste variant wordt de rente bijgeschreven bij de schuld. Het assortiment verzilverhypotheken groeit. Een paar jaar geleden was het aanbod nog vrij schraal. In het voorjaar introduceerde ABN Amro de Overwaarde Hypotheek. Die kreeg een positieve beoordeling van consumentenorganisaties. Volgens VEH is het de eerste verzilverhypotheek die voldoet aan de voorwaarden van deze vereniging. ABN Amro betrok ook oudere VEH-leden bij de ontwikkeling van dit product.

    Kan elke oudere zomaar een hypotheek afsluiten?
    Ja, er geldt doorgaans geen maximumleeftijd. Wie een redelijk inkomen heeft, kan meestal het best een gewone hypotheek afsluiten. Dat is dan de goedkoopste oplossing. Het kan een annuïteiten- of een aflossingsvrije hypotheek zijn. Het aflossingsvrije deel mag niet hoger zijn dan de helft van de woningwaarde. Hoeveel je kunt lenen, hangt vooral af van je inkomen en de overwaarde. Het bedrag van de lening ontvangt de huiseigenaar in één keer.

    Kun je ook lenen voor aanvullend pensioeninkomen
    Dat kan ook. Dan bent u aangewezen op een verzilver- of opeethypotheek. Onder meer Rabobank, ABN Amro, Florius en Vivat (onder de naam Stekkie) hebben dit soort producten op de plank. De belangrijkste verschillen zijn de aanvangsleeftijd, de manier waarop wordt omgesprongen met een nog lopende hypotheek en met een eventuele restschuld. Bij veel van deze hypotheken kan de lener kiezen voor een maandelijkse uitkering in de komende tien of twintig jaar. De schuld wordt afgelost bij verkoop van de woning of bij overlijden van de langstlevende partner.

    Kan het gebeuren dat ik word gedwongen mijn huis te verkopen, omdat mijn schuld te hoog is opgelopen?
    Ja, maar bij een aantal verzilverhypotheken neemt de bank dit risico over. Zowel ouderen als banken moeten er niet aan denken dat oudere huizenbezitters hun woning moeten verkopen omdat hun schuld te hoog is opgelopen of omdat ze de hypotheeklasten niet meer kunnen opbrengen. Dit was lange tijd de reden dat er geen aantrekkelijke verzilverhypotheken op de markt kwamen.
    Banken hebben er iets op gevonden. ‘We hebben uitgerekend wat een acceptabel risico is voor de bank’, zegt Maarten Dekker, productontwikkelaar bij ABN Amro Hypotheken. De geldverstrekker houdt het risico binnen de perken door het bedrag dat geleend kan worden te maximeren. Bovendien rekenen banken een hogere rente bij deze verzilverhypotheken.
    ABN Amro, Florius en Stekkie Inkomensaanvuller van verzekeraar Vivat stellen dat ze het risico dat de verkoop van het huis minder opbrengt dan de totale schuld op zich nemen. Ook nabestaanden kunnen niet blijven zitten met een restschuld. ‘Daar gelden wel een paar logische voorwaarden bij. We verwachten dat de bewoner het huis goed onderhoudt. Daarnaast mag de eigenaar het huis niet onder de marktprijs verkopen aan bijvoorbeeld de kinderen’, aldus Dekker.
    Rabobank neemt het risico op restschuld niet over. Als de schuld hoger is dan 67,5 procent van de woningwaarde moet de schuld worden afgelost. ‘Een klant krijgt dat niet opeens te horen. In de jaren voordat het zover is, nemen we al contact op met de klant om de opties te bespreken’, aldus een woordvoerder.

    Vanaf welke leeftijd kan ik een verzilverhypotheek aanvragen?
    Wie zijn zestigste verjaardag heeft gevierd, kan terecht bij Stekkie of Florius. ABN Amro en Rabobank hanteren voor hun verzilverproducten de AOW-leeftijd als ondergrens. Beide partners moeten recht hebben op AOW.

    Hoe zit het met de kosten?
    Een verzilverhypotheek kun je niet even afsluiten op internet. Alle aanbieders stellen dat advies noodzakelijk is. De hoogte van de advies- en bemiddelingskosten hangen af van de complexiteit van je financiële situatie. Doorgaans bedragen deze kosten tussen de € 850 en € 1.750. Daarnaast moet je ook rekenen op notaris- en taxatiekosten. De rente is niet aftrekbaar als het geld als inkomen wordt gebruikt.

    Wat zijn de mogelijkheden als er nog een hypotheek loopt?
    Zolang er voldoende overwaarde is, kan die naast het verzilverproduct van ABN Amro blijven lopen. Bij Florius moet de lopende hypotheek eerst worden afgelost met een lening bij deze geldverstrekker. Ook bij Stekkie is eerst aflossen het devies. Een lage hypotheek kan worden overgenomen bij Stekkie. Stekkie heeft een reservepotje van 10 procent van de woningwaarde dat kan worden benut om de hypotheek te herfinancieren.

     

  • Financieel plan geeft rust

    2018 zit er weer (bijna) op. We kijken tevreden terug op het afgelopen jaar. Diverse mensen hebben we geholpen bij de financiering van een aangekochte woning.
    Zetten we de rente voor 10, 20 of 30 jaar vast en kiezen we voor een annuïteiten- of lineaire hypotheek? Zomaar een paar vragen die veel werden gesteld.
    Na het maken van diverse berekeningen/vergelijkingen konden we de klant helpen bij het beantwoorden van deze vragen. Ook op pensioengebied hebben
    we diverse bedrijven bijgestaan bij het optuigen van een nieuwe collectieve pensioenregeling en/of het administratief beheer. Ook waren er nog een aantal
    DGA’s die worstelden met de vraag of het opgebouwde pensioen in eigen beheer moest worden omgezet naar een ‘oudedagsvoorziening’ of toch maar afkopen.
    Geen gemakkelijke keuze omdat aan beide varianten voor- en nadelen zitten. Maar na het maken van een financieel advies-/plan kon men toch de knoop doorhakken.
    Sowieso is het maken van een financieel plan een verstandige keuze. Dit geeft namelijk inzicht in je financiële situatie voor nu, maar ook voor later. Het geeft rust.
    Lees hier ook ons interview dat we hebben gegeven voor het magazine dat wordt uitgegeven door Ambassador Vermogensbeheer.

    Wij wensen je een fijne jaarwisseling en een (financieel) gelukkig en gezond 2019.

  • KORTSTRA + VAN DER WAAL 20 JAAR

    Vandaag 20 jaar geleden (7 oktober 1998) was de officiële opening van ons kantoor in Landsmeer.
    Vanaf dat moment kon je bij ons terecht voor diverse financiële vraagstukken zoals: hypotheek,
    pensioen, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico en echtscheiding. Dezelfde werkzaamheden
    verrichten we sinds 2013 vanuit Huizen (René) en Amsterdam (Frank). Ook de komende jaren
    kun je bij ons voor financieel advies terecht. Klik hier voor onze contactgegevens.

  • PRINSJEDAG 2018: WAT VERANDERT ER VOOR JOU ALS HUISEIGENAAR?

    Hypotheekrenteaftrek
    In 2018 zijn de aftrekbare kosten voor een eigen woning niet tegen het toptarief van de 4e belastingschijf (van 51,95%) aftrekbaar, maar tegen 49,5%. In 2019 is het maximale tarief voor de aftrekbare kosten in verband met de eigen woning 49%.
    In de op Prinsjesdag gepresenteerde plannen wordt de hypotheekrenteaftrek sneller afgebouwd: met stappen van 3%-punt per jaar komt het maximale tarief uit op – naar verwachting – 37,05% in 2023. De eerdere planning was om in stappen van 0,50% af te bouwen naar 38% in 2042.

    Het eigenwoningforfait
    Als (gedeeltelijke) compensatie voor het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek wordt de bijtelling voor het bezit van een eigen woning (het eigenwoningforfait) verlaagd. Nu telt u nog 0,70% over de woz-waarde bij. In 2023 zal dat nog – naar verwachting – 0,45% zijn.

    Extra aflossen?
    Het fiscaal voordeel wordt snel minder als gevolg van de nieuwe regels. Ofwel de netto kosten van de hypotheek stijgen. Als je extra aflost op je hypotheek is het rendement gelijk aan de netto rentebesparing. Heb je nu een flink bedrag op een spaarrekening staan, is de netto opbrengst waarschijnlijk negatief: je krijgt een heel lage rente (0,03%?) en je betaalt belasting in box 3. Is de besparing op je hypotheek hoger dan het netto rendement op je spaargeld? Overweeg dan een extra aflossing te doen.

    Wil je weten of extra aflossen ook voor jou lonend is, neem gerust contact met ons op.

  • Echtscheiding en pensioen; wat zijn nu de regels en gaan deze veranderen?

    Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS)
    In deze wet is geregeld dat het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen (OP) bij scheiding gelijk moet worden verdeeld. Ieder dus 50%. Dit geldt voor zowel werknemers in loondienst als voor een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die pensioen in eigen beheer heeft opgebouwd. Het OP dat is opgebouwd vóór het huwelijk wordt niet meegenomen in de verdeling. Het huwelijksgoederenregime doet niet ter zake.

    In de Pensioenwet is voor zowel de werknemer als de DGA geregeld dat het tot aan datum echtscheiding opgebouwde partnerpensioen (PP) toekomt aan de ex-partner. Dit wordt het bijzonder partnerpensioen genoemd.

    Degene die het pensioen niet heeft opgebouwd, heeft dus recht op de helft van het OP en het bijzonder partnerpensioen (PP). De pensioenuitvoerder moet hierover worden geïnformeerd, administreert de verdeling en zorgt ervoor dat op pensioendatum ieder zijn/haar deel direct – dus van de pensioenuitvoerder – krijgt uitgekeerd. Overlijdt de ‘niet-deelnemer’ vóór pensioendatum, ontvangt de ‘deelnemer’ op pensioendatum het volledige OP.

    De WVPS is niet van toepassing op samenwoners, maar geldt alleen voor gehuwden en geregistreerd partnerschap. De WVPS is regelend recht. Dit betekent dat je met elkaar tot andere afspraken kunt komen.

    Conversie
    Als alternatief voor het bovenstaande kan worden gekozen voor conversie. De waarde van 50% van het OP en die van het bijzonder PP worden samengevoegd tot een ‘eigen recht’ voor de ex-partner / ‘niet-deelnemer’. Komt die voor pensioendatum te overlijden, dan vloeit de genoemde waarde niet terug naar de andere ex-partner. Iets wat wel het geval is bij de WVPS.

    Melding scheiding aan pensioenuitvoerder
    De scheiding moet binnen 2 jaar worden gemeld bij de pensioenuitvoerder. Alleen dan zal de uitvoerder het pensioen op pensioendatum rechtstreeks aan de ex-partner uitkeren. Gebeurt dit niet binnen 2 jaar, dan moet de ex-partner op pensioendatum haar/zijn deel zelf bij de andere partner vorderen.

    Gaan de regels binnenkort veranderen?
    De WVPS bestaat sinds 1995 en is onlangs geëvalueerd. De kans bestaat dat ergens in 2019 een wetsvoorstel gaat komen om de WVPS aan te passen. De te verwachten wijzigingen zijn:

    • conversie wordt de standaardmethode;
    • scheidingen hoeven niet meer te worden gemeld bij de pensioenuitvoerder, tenzij er afwijkende afspraken zijn gemaakt en;
    • de hoogte van het bijzonder partnerpensioen wordt verlaagd/verkort tot alleen de huwelijkse periode. Dus net als bij de verdeling van het ouderdomspensioen.

    Zolang de wet nog niet is gewijzigd, gelden uiteraard de huidige regels.

    Tot slot
    Los van het emotionele aspect speelt bij een scheiding niet alleen het pensioenvraagstuk, maar bijvoorbeeld ook de verdeling van de eigen woning, hypotheek, vermogen (spaar- en/of beleggingsgelden) en lijfrentes. Laat je daarom vooraf goed adviseren door een deskundige (op elk vakgebied) voordat het echtscheidingsconvenant definitief wordt opgesteld en getekend.

  • Pensioenleeftijd per 1 januari 2018 naar 68 jaar

    Niet alleen de AOW-leeftijd gaat omhoog, maar ook de pensioenleeftijd voor collectieve pensioenregelingen. Per 1 januari 2018 gaat deze van 67 naar 68 jaar. Dit heeft gevolgen voor werkgevers en werknemers.

    Waarom stijgt de pensioenleeftijd naar 68?

    We worden met z’n allen gemiddeld ouder. Hierdoor wordt het pensioen duurder: ouder worden betekent langer uitkeren en dat zorgt voor hogere kosten. Niet alleen voor het ouderdoms- maar ook voor het partner- en wezenpensioen.

    Wat zijn de gevolgen voor de werkgevers?

    Om de pensioenleeftijd in de regeling met de werknemers te verhogen moet je als werkgever instemming vragen aan werknemers en/of de ondernemingsraad/werknemersvertegenwoordiging. Ook al betreft dit een wijziging in de fiscale wet- en regelgeving. Als je als werkgever namelijk niets onderneemt, kan de huidige pensioenregeling (geldig tot 31.12.2017) vanaf 1 januari 2018 fiscaal bovenmatig zijn. Met alle gevolgen van dien.

    Wat zijn de gevolgen voor de werknemers?

    Het gat tussen de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd wordt vergroot. Je moet als werknemer dus ook een jaar langer doorwerken. Eerder stoppen met werken kan nog steeds, maar dan wordt de pensioenuitkering gekort. Je ontvangt dan een lager pensioen dan wat je had kunnen opbouwen als de pensioenleeftijd ongewijzigd op 67 was blijven staan.

    Conclusie

    De wijziging van de pensioenleeftijd naar 68 heeft voor alle betrokkenen (grote) impact. Communicatie is zeer belangrijk. Zowel van de pensioenverzekeraar naar de werkgever als naar de werknemer/deelnemer, maar vooral tussen werkgevers en werknemers onderling. Het advies aan de werkgevers: wacht niet tot eind 2017, maar start er nu al mee! Zie je hier tegenop of heb je er gewoon geen zin in? Neem dan contact met ons op; nemen wij deze taak van je over.

  • 1
  • 2

René Kortstra

Huizen

06 – 53 25 00 89

rene@kortstravanderwaal.nl

Frank van der Waal

Amsterdam

06 – 53 25 00 93

frank@kortstravanderwaal.nl

Wij bellen je voor een afspraak

Binnen 24 uur maken we een afspraak met jou.
Vul onderstaand formulier in en klik op verzenden.