De afgestudeerde starter op de woningmarkt
Studiefinanciering
Per 1 september 2015 geldt voor studenten die voor het eerst beginnen met een bachelor- of masteropleiding het nieuwe stelsel voor de studiefinanciering. De basisbeurs – een gift onder voorwaarden – is verdwenen. In plaats hiervan kunnen studenten lenen. De leningcondities zijn soepel: een rente van iets meer dan 0% en een ruime aflossingstermijn van 35 jaar. De verwachting is dat de gemiddelde studieschuld in de toekomst minimaal oploopt tot rond de € 22.000.
Salaris en spaargeld
Een afgestudeerd WO-student start met een gemiddeld bruto salaris van € 2.865 per maand bij een volledige werkweek. Dat is op jaarbasis inclusief vakantiegeld € 37.130. Een groot deel van de afgestudeerden heeft minder dan € 2.500 aan spaargeld.
Huis kopen?
Op enig moment meldt deze afgestudeerde (m/v) zich op de woningmarkt. Goede opleiding, een studieschuldje, prima salaris en nog wat geld achter de hand. Alle seinen staan op groen om een huis te kopen. Zou je zeggen.
Loan-to-income
Wat kun je lenen als je € 37.130 bruto per jaar verdient? Uitgaande van een toetsrente van 1,65% (NHG 10 jaar vast) circa € 180.000. Houden we rekening met de studieschuld van € 22.000 komt het maximum uit op ± € 151.000.
Loan-to-value
In 2016 kun je 102% van de marktwaarde van het huis lenen. Volgend jaar een procent minder om in 2018 uit te komen op 100% MW. Dat betekent dat je de bijkomende aankoop- en financieringskosten zelf moet betalen. Je komt dan al snel uit op 4% à 5% van de koopsom. Koop je voor € 150.000 ben je zeker € 6.550 ‘kwijt’. En dan moet de makelaar nog worden betaald (zo je er een hebt ingeschakeld).
Conclusie
Als je een studieschuld hebt en weinig tot geen spaargeld is het lastig om een huis te kopen. Lenen gaat (te) gemakkelijk en kost weinig maar beperkt de afgestudeerde starter op de woningmarkt behoorlijk.
Klik hier voor een cijfermatige uitwerking van het bovenstaande.